Ik was bij mijn vader toen verderop een kledingwinkel in de fik vloog
Onalledaagse spanning in winkelcentrum De Mare. En waarom mensen in nood niet op de vlucht slaan
Leestijd: 6 minuten
Mijn vader woont boven een winkelcentrum. Zo’n typisch Nederlandse plek waar behalve een kerstband in december nooit iets gebeurt.
Tot afgelopen vrijdag.
Ik had net een baby van vijf weken oud in mijn armen toen mijn broer zei dat hij iets rook.
‘Kak?’ vroeg ik.
Hij hoorde me niet, hij keek me ook niet aan.
‘Jezus,’ zei hij en stond op. ‘Rook, gigantisch veel rook.’
Iedereen rende naar de voordeur. Die ging open, de rookmelder begon te piepen en meteen stond de hele woning blauw.
‘Doe dicht, doe dicht,’ werd er geroepen.
Ik gaf de baby aan de moeder en wurmde me tussen de lichamen voor het raam. Een griezelige, ondoordringbare wolk had het hele winkelcentrum in beslag genomen.
Toen de wolk iets kleiner was geworden, konden we zien waar de rook vandaan kwam. Reusachtige vlammen sloegen uit de ramen van een kledingwinkel de lucht in.
‘De buurvrouw zegt dat we moeten vluchten’
Mijn vader, mijn broer en ik gingen de galerij op om informatie te winnen. De rest wachtte af op het bal…
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to Dave op donderdag to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.