De wijsheid van Guus Til
De PSV'er praat over mentale ongemakken zonder meteen naar ziektes of aandoeningen te grijpen. Daar kunnen we nog wat van leren
Voor we beginnen, eerst iets anders: afgelopen zaterdag stond er een stuk van mijn hand in NRC. Het is een reactie op een betoog van schrijver Christiaan Weijts, waarin hij stelt dat de Nederlandse columnistiek maar een saaie boel is geworden. Ik ben het daarmee eens, alleen vond ik dat Weijts zich er te makkelijk van afmaakte. Waarom? Dat lees je hier.
Goed, over tot de orde van de dag.
Hoewel hij zojuist van FC Utrecht had gewonnen — hij had zelfs twee keer gescoord — was PSV’er Guus Til niet al te vrolijk, aan de desk bij ESPN afgelopen zondag.
‘De laatste tijd heb ik geen vuur meer, man,’ zei hij. ‘Ik kan niet eens meer blij zijn na een goal. Ik sta zo neutraal op het veld. Ik kan het niet plaatsen. Ik loop er een beetje verloren bij op het moment.’
De presentatrice en analisten van dienst werden erdoor overvallen. Voordat ze beseften wat hij eigenlijk zei, was het interview al voorbij.
Op sociale media kreeg vooral analist Kenneth Perez er stevig van langs. Hij zou er lacherig over hebben gedaan. Begrijpelijke irritatie, maar in hun poging Til te beschermen, waren sommigen onbeschofter dan Perez: ze strooiden met diagnosen. Klonk als een depressie, wat Til vertelde. Een burn-out. Iets ernstigs, in elk geval.
Die avond bij Studio Voetbal vond Pierre van Hooijdonk het maar raar dat PSV Til niet op vakantie stuurde. Hij kwam met een eigen stempel: voetbalburn-out.
Waardoor Til zich genoodzaakt voelde om een tweede interview te geven, nu via de kanalen van PSV. Jongens, even rustig, was de boodschap. Ik heb geen burn-out, ik zit gewoon niet lekker in mijn vel.
Zo blijkt maar weer eens hoe moeilijk het is om op een zinvolle manier over dit onderwerp van gedachten te wisselen. Niet omdat het een taboe zou zijn, want dat is het — zeker in de media — allang niet meer. Het is eerder omgekeerd: we zijn inmiddels zo vertrouwd met therapeutische en medische verklaringen, dat we bij iedere vorm van geestelijk ongemak een aandoening, ziekte of trauma menen te herkennen.
Nu was ik al geraakt door Tils openheid bij ESPN — bescheiden, zoekend, gespeend van sentimentaliteit — maar dat tweede interview beviel me nog meer. Hij neemt zijn klachten serieus, dat merk je. Hij vertelt dat hij iemand heeft gevonden die hem hierbij helpt, ook dat is verstandig. Maar hij laat zich niets aanpraten. Voorlopig weigert hij te accepteren dat zijn mentale ongemak iets anders zou zijn dan tijdelijke ontevredenheid. ‘Het is gewoon hoe ik ben.’ In deze tijd is dat verfrissend.
‘Je bent letterlijk een beetje verdoofd’
Daarna geeft hij ook nog een lesje psychologie. De interviewer van PSV heeft hem die ochtend zien lachen op de training. Hoe zit dat precies? Wanneer voelt hij zich dan slecht?
Til: ‘Het is gewoon een algeheel gevoel, snap je wat ik bedoel? Ik ben wel van de grappen enzo, en dan lachen en alles, maar het gaat meer om het gevoel in je lichaam, ofzo. Je bent letterlijk een beetje verdoofd.’
Ik moet oppassen dat ik niets voor hem invul, anders bewandel ik dezelfde weg als Van Hooijdonk, maar volgens mij zit de verwarring in het woord gevoel. Om dit op te helderen, is het nuttig om deze gevoelens op te splitsen in twee categorieën: emoties en stemmingen. Emoties zijn vluchtig. Het ene moment lach je om een grap, het volgende moment ben je boos vanwege een tackle, meteen daarna lach je alweer.
Een stemming zit daaronder. Niet voor niets noemt Til het een gevoel in zijn lichaam. Het blijft hangen, je komt er niet zomaar vanaf. Ja, je lacht op de training alsof er niets aan de hand is, en misschien voel je ook echt die ontlading, maar vervolgens val je terug in die verdoving — een stemming.
Is dit het nou?
Dat is een tweede reden waarom het zo lastig is om hierover te spreken: probeer maar eens de juiste woorden te vinden. Wil je medische en therapeutische termen vermijden, dan verzand je al gauw in vaagheden. Verdoving. Verlamming. Een mentale dip. Leeg vanbinnen. Niet helemaal aan.
Dit onvermogen vergroot de frustratie, omdat je de ervaring niet precies kunt benoemen, en wat je niet kunt benoemen, lijkt niet te bestaan. Terwijl je voortdurend voelt hoe echt het is.
Voor de helderheid: ja, dit kan wel degelijk een depressie zijn. Of een burn-out. Of een opspelend trauma. Maar dat hóéft niet zo te zijn.
In dat gesprek met PSV zegt Til dat hij dit vaker heeft gehad. Als voorbeeld noemt hij de wedstrijd tegen Ajax om de Johan Cruijff Schaal in 2022. Niet alleen won hij die prijs, hij scoorde drie keer. En toch. Toen hij die avond op de bank zat, met de bal die hij vanwege zijn hattrick had meegekregen, dacht hij: is dit het nou?
Naast een therapeutische of medische vraag kan dit ook nog een spirituele vraag zijn. Of, als je bang bent voor dat woord: een menselijke vraag.
Omdat de mens nu eenmaal geneigd is te geloven dat zijn grote geluk zich in de toekomst bevindt. Maar wanneer die toekomst zich aandient, blijkt hij ongeveer dezelfde persoon te zijn als daarvoor. Een zekere mate van neerslachtigheid is dan vrij logisch.
‘Niks om je zorgen over te maken?’ vraagt de interviewer van PSV.
Til schudt zijn hoofd. ‘Je zou bijna zeggen dat het normaal is.’
Enkele jaren geleden schreef ik een stuk in NRC over existentiële verveling, dat hierop aansluit.
Afbeelding via PSV op YouTube
Beste Dave, dank voor je bericht waarbij een kleine kanttekening c.q. opmerking.
Guus Til heeft al eerder het "just another day in the office" gehad blijkbaar en terwijl we vroeger zouden zeggen: "Zit niet te zeiken en ga aan je werk" ((Wiel Coerver bijvoorbeeld) wordt nu alles breeduit gemeten - ook omdat ie het voor de kwelbuis (Rob Hoogland) wereldkundig maakte.
Waarom ie dit deed? Geen idee en dat interesseert me ook eigenlijk niet.
Dát ie het deed.....tsja, dan hebben alle "collega-ex-profs" natuurlijk meer of minder Guus-Til-afbrekende meningen over. Da's 2024 hè? Hahahaha.
Wat nu mijn punt is?
Uhm......... hahahahaha < laat dat jong lekker maar misschien moet ie mbt dit soort uitlatingen voorlopig even in bescherming genomen worden. Tenzij ie dat absoluut niet zou willen. Net als ik dat nooit zou willen.
Shit < nog steeds m'n punt niet echt gemaakt...... nou ja < ik denk er nog even over.....
Maar maak je geen zorgen < het gaat goed met me hoor.