Reportage: ik ging naar een bevalcursus
Ze leunde met twee handen tegen de tafel en noemde zichzelf een koe. Daarna begon ze te loeien
Tegen vrienden en familie had ik er luchtig over gedaan: een bevalcursus, dit werd lachen. Maar in de auto ernaartoe werd ik nerveus.
Met een groep vreemden de ochtend doorbrengen in een afgesloten ruimte, en daarna samen lunchen — dat is mijn idee van de hel.
Toch viel het mee, en dat kwam door Sabine.
Een afdelingsruimte in Harry Potter
Het speelde zich af in een omgebouwde garage. De deur stond open, mijn zool had nauwelijks de mat geraakt toen om de hoek een vrouw verscheen.
Ze grijnsde, alsof we met z’n drieën een binnenpretje deelden.
‘Kom verder, ga zitten, wat willen jullie drinken?’
Ik had een kale ruimte verwacht, tl-licht, een gymzaal. Niets daarvan. Het was donker op een fijne, gezellige manier. Overal kleedjes, kaarsen, posters. In het midden stond een zware houten tafel met een buffet aan koffie, water, limonade en thee met gigantische bladeren. Er was een halve cirkel gemaakt van mooie, simpele stoelen, en om de zoveel stoelen was een kleine salontafel neergezet met daarop een glazen pot vol bastognekoekjes. Het deed me denken aan een afdelingsruimte in Harry Potter.
‘Hoe sta je erin?’
We kozen een plekje in de hoek, op veilige afstand van waar Sabine de presentatie ging geven. Maar ze liet ons niet met rust.
‘Dave, hoe sta je erin?’ vroeg ze.
‘Tja,’ begon ik. ‘Ik ben positief.’
‘Goed zo,’ zei Sabine, op de toon van een tante die voor je heeft gekookt, en die het waardeert dat je een tweede keer opschept.
Anders gezegd: ik voelde mij welkom, en dat lukte haar bij iedereen. Ze deed minstens vier dingen tegelijkertijd; drinken inschenken, namen onthouden, de partners naar hun verwachtingen vragen en de vrouwen naar de manier waarop zij wilden bevallen. Als er een enkele stoel vrij was, riep ze op tot schuiven — vriendelijk, maar dwingend.
En dan schakelde ze net zo makkelijk terug: ‘Iris, met je mooie krullen, wat wil je drinken?’
Ik sluit niet uit dat ik met open mond toekeek.
Ze noemde zichzelf een koe
Naarmate de ochtend vorderde, leerde ik de andere deelnemers kennen. Merel was bevallen met een keizersnede, nu ging ze voor een tweede. Jurgen lachte veel, hard en om onduidelijke redenen. Elisa was ‘echt zo iemand’ die graag de controle hield.
‘Ja, dat had ik al gemerkt,’ zei Sabine — en wij geloofden haar.
Sabine vertelde dat ze zelf een dier was geweest, tijdens haar bevalling. Ze leunde met twee handen tegen de tafel en noemde zichzelf een koe. Daarna begon ze te loeien.
‘Voel jij je vrij om zo te loeien, Jasmien?’
Dat durfde Jasmien niet te zeggen.
Sabine deelde ijsblokjes uit. Die moesten het bewijs leveren dat ontspanning een wondermiddel is. Kneep je in het ijsblokje, dan deed het zeer. Hield je het ijsblokje op je handpalm liggen, dan voelde je niks.
‘Het gaat om je mindset,’ zei Sabine. ‘Ik weet dat ik het kan, dus ik ga het doen.’
En daarna: ‘Wij zeggen niet bevalling, wij zeggen geboorte.’
Zo werd ze toch nog de persoon die ik verwacht had. Het type waarvan ik van tevoren had gedacht: daar ga ik mij aan ergeren.
Maar dat gebeurde niet. Zoals je bij familieleden een oogje dichtknijpt wanneer ze hun eigenaardigheden tonen, deed ik dat nu bij haar.
Ach ja, dit was onze Sabine.
Afbeelding door The Climate Reality Project via Unsplash (dus niet van de cursus, sorry voor de illusie)