Je blijft toch altijd het jongetje dat vernederd werd
Édouard Louis laat zien hoe moeilijk het is om je jeugd te ontgroeien
Leestijd: 6 tot 8 minuten
Jaren geleden las ik Ze hebben mijn vader vermoord van de Franse schrijver Édouard Louis. Het was de tijd waarin ik mijn literaire smaak nog aan het ontwikkelen was, en dus ook de tijd waarin een lofrede van een paar recensenten, of een aanbeveling van het DWDD-boekenpanel tegenover een glunderende Matthijs van Nieuwkerk — ‘godsammekraken zeg hé, dit klinkt goed’ — genoeg was om mij over de streep te trekken.
Het boek viel tegen. Ik begreep de heisa niet — die begreep ik eigenlijk nooit — en zoals altijd gaf ik mezelf daarvan de schuld. Ik besefte toen nog niet hoe persoonlijk literaire smaak is. Je beste vrienden kunnen de slechtste aanbevelingen doen en die ene schrijver aan wie je al jaren een hekel hebt kan in een interview zomaar jouw favoriete boek de hemel in prijzen. Literaire smaak zit ergens diep in je verborgen, zeventien lagen onder je favoriete eten en minstens twee onder je gevoel voor humor. Literaire smaak komt nog het meest in de buurt bij romantische smaak. Begin maar eens te turven met hoeveel partners van familie en vrienden jij ook wel had willen samenleven. Nee, dat zijn er niet veel.
Toch is mijn nieuwsgierigheid naar het werk van Louis nooit helemaal uitgedoofd — en onlangs besloot ik hem een tweede kans te geven. Nu om een betere reden: ik voelde intuïtief dat ik zijn autobiografische roman Veranderen: methode eens moest proberen.
Al na een paar bladzijden was ik om.
Eddy die praat met maniertjes
Édouard Louis (1992), geboren als Eddy Bellegueule, groeide op in een achtergesteld dorp in Noord-Frankrijk, in een straatarme familie. Hij werd gepest op school en ook zijn ouders konden hem niet uitstaan, zijn vader in het bijzonder. Toch klom hij op tot een gevierd schrijver die wereldwijde bekendheid verkreeg. Over deze metamorfose gaat zijn boek Veranderen: methode.
Eerst even terug naar die jeugd. Want om te begrijpen waar de ambities van Louis vandaan komen, moeten we meevoelen hoe eenzaam zijn kinderjaren zijn geweest. Louis beschrijft zeer indringend hoe het is om homoseksueel te zijn in een gemeenschap die daarvan walgt. De kleine Eddy heeft maniertjes, zeggen de mensen in het dorp. ‘Eddy die praat met maniertjes.’
Grote dramatiek heeft Louis niet nodig om de lezer te overtuigen. Ook bedelt hij niet om medelijden. Hij hoeft alleen maar aan te geven wat Eddy ervoor overheeft om niet op te vallen: ‘Ik leerde de namen van voetballers uit mijn hoofd.’ Of hij beschrijft hoe hij zich verantwoordelijk voelde voor andermans ongemak. ‘Soms lukte het me om een poosje bij een groepje leerlingen te blijven hangen, maar ik voelde dat mijn aanwezigheid de stemming drukte.’
Keer op keer presenteert Louis de uitsluiting zonder sentiment, als logisch gevolg van zijn geaardheid in een conservatief Frans dorp. (Waarmee ik niet wil zeggen dat een Franse stad, of een Nederlandse stad for that matter, vrijuit gaat; daar is de homofobie alleen wat beter verborgen — al is zelfs dat tegenwoordig geen gegeven.)
En als hij dan eindelijk die bevrijdende laatste schoolbel hoort, moet Eddy naar die andere gevangenis: zijn huis. Zijn vader schaamt zich voor zijn hoge stem, hij slaat zijn blik neer als Eddy het woord neemt waar anderen bij zijn. Het boek is voor een groot deel gericht aan die vader, in de jij-vorm, waardoor aan de somberheid en melancholie het nodige vuur wordt toegevoegd.
Het was me nooit echt gelukt een band te smeden met andere jongens, ook al bracht ik soms tijd met hen door, en ik begreep dat jij je daarvoor schaamde toen ik een van de gesprekken tussen jou en mijn moeder opving, ik ben je woorden en je spreektoon nooit vergeten: Waarom voetbalt hij niet met de andere jongens? Waarom speelt hij altijd met meisjes? Op zijn leeftijd heb je toch vriendjes dit is niet normaal.
Louis noteert dialogen op geheel eigen wijze, vaak zonder komma’s, je leest het zoals hij wil dat je het hoort en dat werkt. Al is het ook zijn precisie die dit soort passages zo krachtig maken. Ik ben je woorden en je spreektoon nooit vergeten — weer zo’n kalme, welgeplaatste steek in het hart van de lezer, die zich onmiddellijk bewust is van het sublieme gehoor van een kind dat zijn ouders afluistert.
Wie geen liefde krijgt, wil bewondering
Er is een treffend citaat van de Zweedse schrijver Hjalmar Söderberg, gebruikt als motto bij de biografie van Theo van Gogh door Jaap Cohen: ‘Men wil bemind worden, bij gebrek daaraan bewonderd, bij gebrek daaraan verafschuwd en veracht. De ziel huivert voor de leegte en wil tot iedere prijs contact.’
Tot afschuw en verachting hoeft het in het geval van Louis niet te komen, want het lukt hem om te worden bewonderd. Daarvoor moet hij wel eerst zijn milieu ontvluchten. Het idee dat die mogelijkheid er is — want dat moet je nog leren, als kind; in de eerste jaren van je leven staat de gemeenschap zo’n beetje gelijk aan de hele wereld — ontstaat tijdens de creatieve vakken op school: Louis ontdekt dat hij talent heeft.
Ook dit beschrijft hij weer zorgvuldig, de magie van deze ontdekking, de belofte van onafhankelijkheid die ervan uitgaat. De leerlingen krijgen toneelles en Eddy steelt de show. ‘De docent […] liet ons kleine scènes spelen die ze zelf had geschreven en daar, op die plek, voor haar ogen, deed zich de grote verrassing voor.’
Hij merkt dat hij geen angst voelt, als hij toneelspeelt, en hij ziet hoe zijn klasgenoten naar hem kijken, hoe zijn docent naar hem kijkt. Hij voelt hun bewonderende blikken en hij smult ervan. ‘Het bleek dat acteren me verbazend makkelijk afging. Ik denk dat het komt doordat ik rollen kon spelen. Dat had ik vanaf mijn geboorte onwillekeurig geleerd, ik had rollen gespeeld omdat ik probeerde te verbergen wie ik was, uit zelfbescherming.’
Transformerende energie
Vanaf die ontdekking in dat klaslokaal heeft Eddy zijn ogen op de hoofdprijs gericht. Hij wil een ander leven leiden, rijk, belezen en machtig worden en bovenal wraak nemen. Zo zegt Louis dat letterlijk: ik wilde wraak nemen. Moeten jullie mij eens zien, wil hij kunnen zeggen, ik heb meer succes dan jullie allemaal bij elkaar.
Eerst via Elena, een meisje op de middelbare school en uiteindelijk via docenten, schrijvers en andere intellectuelen, leert hij de wereld van kunst en cultuur kennen. Hij heeft er alles voor over om zelf een plek in die wereld te bemachtigen. Louis haalt de Amerikaanse schrijver Eve Kosofsky Sedgwick aan ‘die spreekt over de onuitputtelijke hoeveelheid transformerende energie die uit vernederende kinderjaren kan voortkomen’.
Louis is dat kind. Hij wil die jeugd achter zich laten, de oppervlakkigheid, de armoede, zijn ouders, zijn klasgenoten, alles en iedereen die hem doen denken aan wat hij vroeger was. En dat lukt. Het lukt hem om Édouard Louis te worden, de succesvolle schrijver aan wie ik nu dit stuk wijd.
Was Veranderen: methode een zelfhulpboek geweest, dan was het hier geëindigd. Het succes. De moeite die ervoor is gedaan. Het armoedige leven waarvan afscheid is genomen. De schrijver als overwinnaar, de Franse droom.
De onmogelijkheid van een metamorfose
Maar het echte leven, het ranzige, complexe leven, zit zo niet in elkaar. Louis wil iemand worden die hij niet is, en dus moet hij acteren, elk gesprek, iedere ontmoeting vereist toneelspel. ‘De Engelsen zeggen fake it until you make it, doe alsof je bent wat je niet bent, totdat je het wordt, totdat die rol je tweede natuur wordt.’ Verderop schrijft hij: ‘Mijn hele leven werd een concentratieoefening. Ik was geconcentreerd als ik praatte, als ik lachte, als ik niesde, als ik at, alles werd voor mij een kwestie van training.’
Louis wil zijn jeugd achter zich laten zoals je een vuilniszak in de container gooit. Maar steeds is er weer die geest die zich roert, de herinneringen die hij niet van zich af kan schudden, de gevoelens van vroeger die opspelen, zoals wanneer hij seks heeft met een man.
Ik voelde me smerig door wat ik deed, heel mijn verleden werd in me wakker, alle scheldwoorden in de onderbouw, de vervelende opmerkingen over homoseksualiteit in het dorp, alles stond in me gegrift en die walging van anderen probeerde mij nu te stoppen.
Ik noemde zijn verandering een metamorfose, maar als dit boek iets duidelijk maakt dan is het dat metamorfoses niet voor mensen bedoeld zijn. Je kunt je leven verrijken, je kunt talenten ontwikkelen, inzichten verkrijgen en ervaringen opdoen, je kunt je kinderjaren anders leren interpreteren en op den duur kun je ook zeker met een man naar bed zonder je walgelijk te voelen — zoals Louis uiteindelijk voor elkaar krijgt.
Maar wat je niet kunt, is die jeugd laten verdwijnen met het applaus van een publiek. Hoe hoog Louis ook klimt op de sociale ladder, hoe vaak hij ook kaviaar eet en dure champagnes drinkt en hoeveel hij ook weet van Picasso en Brahms; hij sleept toch altijd dat vernederde jongetje met zich mee; huiverend voor de leegte, tot iedere prijs verlangend naar contact.
Misschien kun je deze stukken ook waarderen:
Bij je schoonfamilie ben je een enorme pottenkijker
En schrijver Thomas Heerma van Voss laat ons meeglurenIk ben onder de indruk van HhhH, de historische roman van Laurent Binet
En ik zal uitleggen waarom
Met enige regelmaat krijg ik de vraag of er een mogelijkheid bestaat om vrijwillig een maandelijks bedrag te betalen voor deze nieuwsbrief.
Nee, dat is niet waar, die vraag heb ik nog nooit gehad, maar het antwoord is ja.
Hoe meer betalende abonnees, des te meer tijd ik als freelancer kan vrijmaken om deze stukken te schrijven. Mijn droom is om dit fulltime te doen. Reportages maken, interviews afnemen, een persoonlijke eindredacteur inhuren, hele dagen schaven aan een enkel stuk - och, wat kan dat mooi worden.
Ben je überhaupt nog geen abonnee en wil je eerst maar eens zien wat ik aflever, iedere donderdag? Fair enough. Je kunt je ook gewoon kosteloos inschrijven.
Mooi stuk. Ik denk dat niemand zijn jeugd kan ontgroeien, deze draag je altijd met je mee, positief of negatief maakt niet uit. De mens is namelijk een geheel, van geboorte tot aan de dood.